In Nederland kun je van alles laten verzekeren. Verplichte verzekeringen zoals de zorgverzekering en autoverzekering kennen we natuurlijk allemaal en ook andere, niet-verplichte verzekeringen zoals een reisverzekering, inboedelverzekering en uitvaartverzekering zijn ons ook niet geheel onbekend. Maar wist je dat je in Nederland ook je bruiloft kunt verzekeren, je een carnavalsverzekering af kunt sluiten en je je zelfs kunt laten verzekeren voor het geval je ontvoerd wordt en losgeld moet betalen?
Kortom: wij Nederlanders kunnen er wat van. Nederland is zelfs al jaren het meest verzekerde land van Europa. Nederlander zijn gemiddeld 4,2% van hun inkomsten kwijt aan verzekeringen. Bizar!
Laat ik vooropstellen dat het superfijn is dat we ons voor veel dingen kunnen verzekeren. Verzekeringen bieden je immers zekerheid, maar tussen al die verschillende verzekeringen zit ook een hoop onzin. Op jaarbasis kun je zo honderden euro’s kwijt zijn aan verzekeringen die je misschien helemaal niet nodig hebt. Heb jij zo ook je vraagtekens bij jouw huidige verzekeringen en ben je benieuwd welke verzekeringen je misschien stop kunt zetten? Ik vertel je er meer over in dit artikel.
Verplichte verzekeringen
Er zijn in Nederland in principe twee verplichte verzekeringen. Of je deze verzekeringen nu nuttig vindt of niet, je bent bij wet verplicht om deze verzekeringen af te sluiten.
Elke Nederlander is verplicht om een zorgverzekering te hebben. Je bent verplicht om minimaal een basisverzekering te hebben en kunt zelf allerlei keuzes maken over aanvullende pakketten en natuurlijk het eigen risico dat je bereid bent te lopen.
Als je een auto bezit, ben je ook verplicht om een autoverzekering af te sluiten. Ook hierbij kun je kiezen of je je auto allrisk, WA+ of WA (het minimum) wil laten verzekeren.
Overige, niet-verplichte verzekeringen
Naast de verplichte verzekeringen zijn er in Nederland dus nog tientallen verzekeringen die je als particulier af kunt sluiten. Deze zijn niet verplicht bij wet, maar zijn soms wel noodzakelijk. Ik noem er een aantal en leg uit waarom deze in jouw geval nuttig of overbodig kunnen zijn.
1. Overlijdensrisicoverzekering
De overlijdensrisicoverzekering, afgekort ORV is een verzekering die een bedrag uitkeert aan je nabestaanden als je overlijdt tijdens de zogenaamde looptijd. Je komt vaak voor het eerst in aanraking met de ORV als je een huis koopt. Bij wet is de ORV géén verplichte verzekering, maar er zijn veel hypotheekverstrekkers die het wél verplichten.
Een hypotheekverstrekker is er op deze manier namelijk zeker van dat de hypotheek (deels) wordt afgelost als je vroegtijdig komt te overlijden.
Verplicht is de ORV dus niet, maar bij veel hypotheekverstrekkers kom je er niet onderuit als je een huis koopt. Bovendien is ‘ie wat mij betreft ook zeker nuttig. Ik heb bijvoorbeeld in mijn eentje een huis gekocht en dus geen partner die de hypotheek verder kan aflossen als ik kom te overlijden. De hypotheekverstrekker zal dan mijn huis opeisen, omdat mijn huis dient als onderpand voor de hypotheek.
Als het huis niet voldoende zou opleveren om mijn hypotheekschuld af te lossen, dan worden mijn nabestaanden (in dit geval dus mijn ouders) opgezadeld met een restschuld. En daar wil ik ze natuurlijk niet voor laten opdraaien. Om dit risico af te dekken, heb ik voor €25.000 een ORV afgesloten.
2. Aansprakelijkheidsverzekering
Ook een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren wordt door de wet niet verplicht. Met een aansprakelijkheidsverzekering ben je verzekerd voor schade die je aanbrengt aan anderen. Ben je bij vrienden en stoot je per ongeluk een dure vaas om? Dan wordt de schade gedekt door je aansprakelijkheidsverzekering.
Omdat de aansprakelijkheidsverzekering vaak maar een paar euro per maand is en onvoorziene schade aan anderen flink kan oplopen, is het wat mij betreft zeker nuttig om je hiervoor te verzekeren.